Vrijdag 12 april, Beijing, Chóngqìng, 23ºC, half bewolkt
Vliegreis van Beijing naar Chóngqìng, daar de stad verkend,
vertrek van de Yangzi-river-cruise.
- Vandaag vertrekken we uit Beijing en moeten we dus op tijd met de taxi naar het vliegveld.
We ontbijten voor de anderen, die een uur na ons op zullen stijgen richting Nederland,
maar kunnen nog wel even afscheid nemen. De taxi brengt ons snel genoeg naar het vliegveld,
waar we dus een hele tijd moeten wachten.
- Onze vlucht gaat voorspoedig en op de luchthaven van Chóngqìng
pakken we een pendelbus naar de stad. Aan het eind van de rit worden we er uit
gezet in een stad die er heel wat drukker uit ziet dan Beijing. We worden door
meerdere vage mannetjes aangesproken die ons een taxi-rit aanbieden. We negeren
ze en lopen een stukje verder waarna we in een geparkeerde taxi stappen. Op dat moment
krijgt de chauffeur van deze taxi net een boete van een agent omdat hij daar niet
had mogen parkeren. Het duurt dus even voordat we wegrijden en de chauffeur is
een beetje chagrijnig. Ook heeft hij een beetje moeite om het adres van het reisagentschap
te vinden (wij hadden het adres in Chinees schrift meegenomen). Zo
zien we wel veel van deze kleurrijke en heuvelachtige stad, en begrijpen we waarom
hier zo weinig fietsers zijn.
- Uiteindelijk vindt onze chauffeur het reisagentschap toch en gaan we onze
tickets voor de cruise ophalen. Dit duurt even maar gaat zonder problemen.
Als we weer buiten staan willen we te voet naar de steiger lopen. Door Wim's zware
tas is dit lastig. Gelukkig lopen er hier veel mannen met bamboestokken rond
die voor weinig geld een tas willen dragen en tegelijk de weg wijzen. Na wat
onderhandelingen en bemoeienis van omstanders krijgen we dit geregeld. We lopen
steile trappen af en vinden uiteindelijk onze boot tussen een grote groep andere
cruise-schepen liggen
(
).
- Op de boot horen we dat we nog niet meteen kunnen inchecken, dus besluiten
we de bagage achter te laten en nog even de stad in te gaan. We lopen de heuvels
op en zien een opvallende mengeling van oude en nieuwe gebouwen die op, over en door
elkaar heen zijn gebouwd.
- We nemen een kabelbaan naar de overkant van de Jialing rivier
(bij Chóngqìng komen de Jialing en de Yangzi samen,
).
In de kabelbaan zitten vooral Chinese forensen die aan de overkant wonen en in
de binnenstad werken. Aan de overkant is niet veel te merken van de drukke miljoenenstad.
Hier lijkt het een grote plattelands-stad of buitenwijk, waar weinig toeristen of
zakenlieden komen. Wij staan in ieder geval flink in de belangstelling bij de kleine
kinderen. Als we een foto van 2 jongetjes willen maken proberen ze stram in de
houding te gaan staan.
- Vlakbij het kabelbaanstation ligt een eethuis waar redelijk wat Chinezen
het lokale gerecht "Hotpot" aan het eten zijn. Wij gaan er zitten en bestellen met
handen, voeten en de Lonely Planet ook zo'n hotpot met daarbij vlees, vis en taugé.
De hotpot is een soort fondue die midden in de tafel staat
(
).
Hierin wordt het eten
gegooid, waarna je het er met stokjes uit moet vissen. Dit doen wij, maar nu blijkt
dat de hotpot extreem heet is. Dit is de eerste (en enige) echt hete maaltijd
die we in China hebben gehad, maar deze overtreft dan ook alles. Zelfs veel bier
en rijst konden het niet temperen.
- Na de hotpot nemen we de kabelbaan weer en lopen we terug naar ons schip,
waar we inchecken. We hebben een mooie hut, helemaal achteraan het schip. Hierdoor
hebben we 's nachts wel last van de motor, maar zitten we ook mooi dicht bij het achterdek.
- Omdat het erg lang duurt voor het schip afvaart gaan we op het voordek van
het uitzicht genieten. Het blijkt dat er in Chóngqìng dagelijks
een ware lichtshow opgevoerd wordt. Als we naar bed gaan horen rond 23:00 dat de
boot vertrekt en hebben we een onrustige nacht door het schudden en het lawaai
van de motor.
Zaterdag 13 april, Fengdu, Wanxian, 27ºC, regenachtig
Yangzi-river-cruise. Stoppen in de plaatsen Fengdu en Wanxian.
- 's morgens worden we gewekt met erg flauwe muzak. We staan op en gaan naar
de eetzaal om te ontbijten. Hier ontmoeten we onze Franse vaste tafelgenoten voor
de reis. Ondertussen legt de boot aan in Fengdu. We zien dat onze boot ook als
vrachtboot wordt gebruikt, want er wordt heel veel naar binnen en naar buiten gesjouwd
(
).
- Iedereen wordt naar buiten gestuurd, waar we in een bus worden gezet die
naar de ingang van de "geestentempel" rijdt. Hier pakken we een kabelbaan naar
boven, waar de echte tempel is. De tempel blijkt er een beetje flauw uit te zien
met "enge" geesten en dergelijke. Wel is het uitzicht op de rivier en de omgeving
erg mooi
(
).
Na afloop gaan we te voet naar beneden.
- Op de terugweg met de bus zien we pas duidelijk dat op veel huizen 9-2002 staat
geschilderd. Dit betekent dat deze huizen in september 2002 onder water zullen
staan. Veel huizen staan dan ook al leeg of zijn vervallen. Dit komt allemaal
door de in aanbouw zijnde drieklovendam
waar we later nog langs zullen varen.
- Terug op de boot is het tijd voor de lunch. Het blijkt weer een standaard Chinese
maaltijd op een draaiplateau te zijn. Het eten is wat saaier dan we uit Beijing gewend
zijn, maar toch erg lekker. Wel zijn de serveersters hier iets te beleefd. Om de minuut
hoor je "Excuse me sir" als ze weer een nieuwe schaal eten komt brengen, een lege
schaal weghaalt of drinken komt inschenken.
- Na de lunch varen we verder. Het uitzicht hier is aardig, maar niet spectaculair.
Het bootverkeer op de rivier is wel bijzonder om te zien. Erg veel platte
boten die vanalles en nog wat vervoeren
(
).
Halverwege de middag komen we langs een "bijzondere" tempel, de Shibaozhai. Door het
mistige weer ziet het er niet erg indrukwekkend uit vanaf de boot
(
).
- Aan het eind van de middag leggen we aan in de redelijk grote stad Wànxiàn
(
).
Hier zitten twee oude mannetjes te vissen vlak naast een stinkend open riool
(
).
Op het schip is een cocktail van de kapitein. Hier worden we in enkele talen
alsnog goed welkom geheten en kunnen we wat eten en drinken. Hierna begint
het diner. 's avonds gaan we op tijd naar bed.